Niet door het haar


Wassen, knippen, lagen: een Parijs museum vertelt de ultieme cultuurgeschiedenis van het kapsel. Mademoiselle Lili weet nu waar de krullen van de kikker zitten.


Het Musée des Arts décoratifs, kortweg MAD, weet me steeds weer te verblijden met even leuke als leerzame tentoonstellingen: Of het nu gaat over trends in ondergoed, schoenmode, de essentie van luxe of dresscodes. De curatoren weten de kleine voorwerpen, metgezellen en ijdelheden van ons dagelijks leven te nemen en de hele cultuurhistorische boog te overbruggen en uit te leggen wat er eigenlijk achter zit. De nieuwe tentoonstelling "Des cheveux et des poils" vertelt in meer dan 600 voorwerpen, van de 15e eeuw tot nu, wat de mode van hoofd- en lichaamshaar inhoudt.

Wie zich ooit heeft afgevraagd waarom hoofse mannen van 1630 tot het einde van de 18e eeuw zich altijd met vloeiende krullende pruiken toonden, en waarom rechters en advocaten in Engeland dat nog steeds doen, vindt hier het nogal banale antwoord: de Franse zonnekoning Lodewijk XIV werd op jonge leeftijd kaal. Om de kalende bol van het staatshoofd te verbergen, begon hij pruiken van echt haar te dragen, en om niet belachelijk te lijken, drong hij de mode op aan de rest van zijn hofhouding. Een kunstgreep die ook werd overgenomen door de Engelse koningen, die geplaagd werden door kaalheid, en die vandaag de dag nog steeds deel uitmaakt van de wettelijke regalia in Britse rechtbanken, zij het van paardenhaar. 


Het concept van de sterrenkapper is ook veel ouder dan ik vermoedde. Marie-Antoinette had er al een: Léonard Autier. Hij trok de aandacht in Parijs als excentrieke theaterkapper. De koningin benoemde hem tot officiële hofkapper en voorzag hem van een eigen kappersacademie en modetijdschrift: Zijn torenhoge ruggen, bekend als poufs, tot een meter hoog en vijf kilo zwaar, werden in de 18e eeuw een rage - tot de guillotine kwam. Pas in de jaren 1960 vierde de look zijn wederopstanding als bijenkorfkapsel met veel haarlak en toupet. 


De volgende historische VIP Figaro was de Pool Monsieur Antoine. Geïnspireerd door Jeanne d'Arc creëerde hij in Parijs de beroemde "Garçonne"-snit, de jongensachtige korte bob die in de jaren 1920 een symbool van emancipatie werd, met dragers als modeontwerpster Coco Chanel, actrice Louise Brooks of danseres Josephine Baker. Hij was de eerste die de Parijse stijl naar Amerika bracht, waar hij al snel de stijlkoninginnen van de moderne tijd coiffeerde: de Hollywoodstudio's namen hem in dienst. 


Haar als fetisj, als handelsmerk, als kunstobject, als spiegel van het tijdperk: tegenwoordig poetsen haarkunstenaars als Charlie Le Mindu, Marisol Suarez of Alexis Ferrer onze kapselgewoonten tegen de haren in met zijn digitaal geprinte haartatoeages. Als je altijd op zoek bent naar inspiratie voor een nieuw kapsel, vind je die hier niet alleen, maar krijg je ook het hele cultuurhistorische pakket. Laat het even bezinken!


"Des cheveux et des poils", van 5 april tot 17 september in MAD Paris. www.madparis.fr